Na 40 jaar werkzaam als fertiliteitsarts is Frederika Prak met pensioen. Zij heeft speciaal voor ons een prachtig stuk over haar carrière geschreven. Super interessant en leuk!
Het gaat je goed Frederika en bedankt voor je waardevolle bijdrage aan VVF!
Het is goed om je bij het lezen van dit verhaal te realiseren dat nog maar 45 jr geleden iedereen naar zijn voorhoofd wees toen wetenschappers vertelden dat het mogelijk was om een mensenembryo te maken in een glazen schaaltje die uiteindelijk zou kunnen uitgroeien tot een gezonde baby. Met de geboorte van Louise Brown op 25 juli 1978 in Engeland werd dit echter werkelijkheid.
Mijn eerste jaren als IVF-arts waren heel bijzonder, er waren maar 5 ziekenhuizen in NL waar IVF gedaan werd en zodoende kende iedereen elkaar. We waren de pioniers. Embryo’s invriezen deden we (in Tilburg) nog niet en als er meer embryo’s ontstonden dan konden worden teruggeplaatst werden deze in het kweekmedium gehouden tot de ontwikkeling stopte na een aantal dagen. Het maximale aantal embryo’s dat werd teruggeplaatst was 6. Bij mooie embryo’s was 4 gebruikelijk. Het meerlingpercentage (tegenwoordig rond de 3%) lag rond de 30% en dat liep natuurlijk lang niet altijd goed af. Ook het verschijnsel overstimulatie was tot op dat moment onbekend, niet eerder werden vrouwen immers zo fors gestimuleerd. We kenden de fysiologie rondom het fenomeen OHSS niet en begrepen niet wat er met deze vrouwen aan de hand was. Sommigen van hen lagen weken op de IC, hielden soms meer dan 25 liter vocht vast en ook dat liep niet altijd goed af: er zijn in Nederland zeker zes sterfgevallen in relatie met IVF gerapporteerd.
Na een aantal jaren kreeg ik gelukkig zelf ook kinderen en mocht ik zelfs part-time gaan werken hetgeen in die tijd zeer ongebruikelijk was voor dokters. Van het besluit om die opleidingsplek destijds aan iemand anders te geven heb ik daarom nooit spijt gehad. Na 10 jaar was ik de autoritjes van Utrecht naar Tilburg helemaal zat en klopte ik aan bij het UMC Utrecht waar ik vanaf 1995 tot aan mijn pensionering, begin dit jaar, gewerkt heb. De wetenschap stond uiteraard niet stil en een scala aan nieuwe technieken had zijn intrede gedaan in de wereld van de voortplantingsgeneeskunde. IVF-artsen houden zich al lang niet meer uitsluitend met IVF bezig en heten daarom nu fertiliteitsarts of arts Voortplantingsgeneeskunde.
Embryo’s invriezen is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Dit heeft de kans op een doorgaande zwangerschap per gestarte behandeling enorm vergroot (van 17% in 1996 tot 44% in 2021). In 2021 is zelfs bijna de helft van alle in Nederland, na IVF/ICSI geboren kinderen, ontstaan uit een cryo-embryo. Ook heeft het invriezen van embryo’s de deur naar postmortale voortplanting geopend. Paren met een ernstige mannelijke factor, waarbij na IVF geen embryo’s waren ontstaan, en die ik in de beginjaren met lege handen naar huis stuurde met de mededeling “misschien bedenken ze ooit nog iets”, kunnen sinds 1994 gebruik maken van ICSI en zo toch een biologisch eigen kind krijgen in plaats van hun toevlucht te moeten zoeken bij de KID. Eiceldonatie is een steeds vaker voorkomende behandeling. Embryodonatie behoort tegenwoordig, onder strikte criteria, ook tot de mogelijkheden evenals draagmoederschap. De leeftijd waarop vrouwen embryo’s mogen laten terugplaatsen is in 2016 verhoogd van 45 naar 50 jaar.
In 1995 deed PGT of embryoselectie zijn intrede in Nederland: paren met een sterk verhoogd risico op het krijgen van een kind met een ernstige erfelijke aandoening of paren die een hoog risico hebben op een miskraam als gevolg van een chromosoomafwijking, kunnen voortaan met deze techniek een gezond kind krijgen.
Nog een nieuwe techniek, met grote consequenties, deed zijn intrede: vitrificatie. Hierdoor werd het mogelijk om eicellen met succes in te vriezen en konden er in 2012 een drietal eicelbanken in Nederland geopend worden. Dankzij vitrificatie kunnen vrouwen tegenwoordig ook op medische- of op sociale indicatie hun eicellen laten invriezen: “een ei voor later”. Ineens kan er nu dus een vrouw (of jong meisje) in de spreekkamer verschijnen die helemaal (nog) geen onvervulde kinderwens heeft maar een heel ander probleem, bijvoorbeeld borstkanker of een dreigende te vroege overgang: dit vraagt natuurlijk een andere benadering want er is geen verdriet aanwezig ten gevolge van ongewilde kinderloosheid. Van de huidige fertiliteitsarts wordt dan ook verwacht dat hij/zij makkelijk en snel emotioneel kan schakelen tijdens het doen van het echospreekuur. Fertiliteitspreservatie, met name bij vrouwen, wordt een steeds belangrijker onderdeel van de voortplantingsgeneeskunde.
Naast het invriezen van eicellen en embryo’s vindt er tegenwoordig ook cryopreservatie van ovariumweefsel van pre-puberale meisjes plaats. Terugplaatsing van eerder ingevroren ovariumweefsel na de kankerbehandeling maakt de kans reëel dat vrouwen na kankerbehandeling toch nog zwanger kunnen worden van een biologisch eigen kind. Ook het invriezen van zaadcellen of eicellen bij een transgender persoon die bezig is met een transitie is iets wat we tegenwoordig kunnen tegenkomen in de spreekkamer en dit vereist nieuwe kennis en vaardigheden van de fertiliteitsarts: hoe roep je zo’n persoon bijvoorbeeld uit de wachtkamer, hoe spreek je zo iemand aan? Wat zijn de risico’s van het blootstellen aan hoge doseringen vrouwelijke hormonen bij iemand die zich eigenlijk man voelt?
Eén ding is mij heel duidelijk geworden gedurende mijn loopbaan: wat er ook in de wereld gebeurt: kinderwens blijft iets van alle tijden. Het mooie van het beroep van fertiliteitsarts is dat je tijdens je spreekuur feitelijk een afspiegeling ziet van wat er in de maatschappij om je heen gaande is: het traditionele gezin, zoals in de 80-er jaren, is al lang niet meer de hoeksteen van de maatschappij: patiënten kunnen natuurlijk nog steeds cis-gender zijn en in een traditionele gezinsvorm leven maar kunnen ook alleenstaand zijn of deel uitmaken van een samengesteld gezin, een meeroudergezin, een regenbooggezin, een pleeggezin, een adoptiegezin of verzin het maar. Ze kunnen lesbisch of homo- of trans- of bi- of aseksueel of non-binair of intersekse zijn maar allemaal kunnen ze die diepe oerwens hebben om kinderen te willen krijgen zoals ik die zelf destijds ook had. Als je dat niet kunt begrijpen moet je zeker geen arts voortplantingsgeneeskunde willen zijn. Blijf daarbij echter altijd kritisch en bewaak je morele kompas want of ‘alles wat kan ook moet’ blijft iedere keer weer een lastige vraag in deze wereld waar ‘the sky the limit’ lijkt te zijn. De VVF is is daarbij een goede manier om je stem naar buiten te laten horen.
Voor wie het leuk vindt hier een link naar een filmpje op mijn YouTube-kanaal dat een inkijkje geeft in die mij zo dierbare beginjaren van de IVF in Nederland.
Klik hier voor het YouTube kanaal
Frederika Prak